Geboren op 2 januari 1948 in Parijs (Frankrijk). Malik wordt op 2 januari 1948 in Parijs geboren als kleinzoon van een minister van Tsjang Kai-sjek. Zijn jeugd is één grote zwerftocht van Indochina naar Frankrijk en België. Met één been in het ene land en de ene beschaving en met het andere in het andere land en de andere beschaving, groeit hij evenzeer op in de Chinese culturele traditie als in die van de romans van Alexandre Dumas of "Snorretje en Trippelteen" van Calvo. Maar zijn lievelingsboek in zijn jeugd is toch "Souvenirs entomologiques". Bij de Jezuïeten in Brussel leert hij tot zijn veertiende de heiligen van de kalender... en de meisjes van de school naast hen tekenen. Daarna breekt hij het duurrecord op de kunstacademie, waar hij bijna tien jaar ingeschreven blijft om zijn dienstplicht zo lang mogelijk uit te stellen. Intussen oefent hij zich in het stripverhaal, maakt illustraties voor KUIFJE, tekent een paar Oom Wimverhalen voor ROBBEDOES. In 1971 begint zijn samenwerking met Jean-Marie Brouyère, die leidt tot twee gespierde universums: dat van de serie "Archie Cash" en dat van het tweeluik "Blue Bird". Hij schenkt meer helden het leven: de gorilla "Big Joe" in het humoristische genre, "Johnny Paraguay" en "Chiwana" in dat van de realistische avonturen. Vanaf 1987 wijdt hij zich voornamelijk aan de humor, met het engeltje "Cupido", op scenario van Raoul Cauvin, en met succes: regeert de liefde niet de wereld? Net als Cupido heeft Malik meer dan één pijl in zijn koker: hij houdt zich ook onledig met intieme relaties, via zijn stripbewerkingen van de "Chansons cochonnes" (Vieze Varkens, Arboris) voor uitgeverij Top Game van zijn vriend Carpentier. In 1989 keert hij even terug naar het realisme met zijn bewerking van de roman "Les Colonnes du ciel" van Bernard Clavel. Wanneer de strip hem die ruimte laat, wijdt hij zich aan de schilderkunst, en aan een uiterst vreemde liefhebberij: giftige spinnen en reptielen van twijfelachtige reputatie. Hij beweert driekwart van de Belgische vogelspinnen te hebben opgekweekt en gaat er prat op dat hij erin is geslaagd de beruchte Lycose van Narbonne, een jagende "wolfspin" die door zijn dierbare Fabre wordt beschreven, tot voortplanting te bewegen... (c) Arboris