Karel Biddeloo werd geboren op 17 augustus 1943 in Wuustwezel. Hij overleed na een slepende ziekte te Gooreind op maandag 7 juni 2004. Karel volgde een opleiding aan het Instituut voor Sierkunsten en Ambachten te Antwerpen. Zijn eerste stripverhalen maakte hij om het toenmalige meisje van zijn dromen te versieren. In die verhaaltjes trad hij op als cowboy, detective of... ridder. Het meisje bleek echter niet van stripverhalen te houden. Hij werkte aanvankelijk als reclametekenaar bij een grootwarenhuis. Via een vriend kwam hij in contact met Willy Vandersteen. Die had tekenaars nodig voor de stripserie Bessy. Karel kwam in 1966 in dienst bij Vandersteen. Daar tekende hij eerst aan Bessy, later inkte hij ook Biggles en Karl May. Toen die reeksen wegvielen, werkte hij mee aan Safari, eveneens een serie met een hoog realiteitsgehalte. Hij werd dus op de reeksen gezet waar realistische tekentalenten nodig waren. Realistisch tekenen was niet Vandersteens sterke kant, maar Biddeloo was er blijkbaar erg mee in zijn sas. Ondertussen kreeg hij ook meer en meer de serie De Rode Ridder toegeschoven. Vandersteen startte de serie in 1959, maar het succes en de kwaliteit van de reeks taanden in de tweede helft van de jaren '60. Vandersteen dacht er dan ook even aan om De Rode Ridder in een album te laten sterven, maar de lezers protesteerden. Vanaf album 44, Drie huurlingen, leverde Karel zowel tekst als tekeningen voor De Rode Ridder. Vandersteen was aanvankelijk niet zo gelukkig met de nieuwe evolutie van De Rode Ridder maar het succes van de reeks bewees echter dat Biddeloo een origineel elan aan De Rode Ridder had geschonken. Zijn invloed op de reeks werd geleidelijk duidelijk: De Rode Ridder evolueerde van een klassieke ridderstrip naar 'Sword and Sorcery', met fantasy- en science-fictionelementen. De introductie van Bahaal, verpersoonlijking van het kwaad, en Galaxa, de verpersoonlijking van het Goede, was een belangrijke stap. Bahaal bestond al in de laatste albums die Vandersteen maakte, maar in de albums van Biddeloo kreeg hij een hoofdrol. Bovendien krijgt Bahaal vanaf het verhaal De leeuw van Vlaanderen ook de hulp van Demoniah, een 'duivelin in mensengedaante'. Samen nemen die twee slechteriken het op tegen De Rode Ridder en zijn grote liefde, de fee van het licht Galaxa, die voor het eerst optreedt in het achtenvijftigste verhaal, De Toverspiegel. Biddeloo gaf de ridder vaak een thuishaven: het kasteel van Horst in Brabant. Biddeloo deed de inspiratie voor de verhalen die zich in Horst afspelen op bij de vereniging Pynnockridders van Horst. Zijn riddernaam is Karel de Montabour. Eind 2003 vierde Karel Biddeloo het 200ste De Rode Ridder-album Oude vijanden in Sluis. Hij is tot op het einde blijven tekenen. 'Dat is wat ik het liefste doe', zei hij daarover zelf. (c)Standaard