Albert Blesteau, geboren op 8 juni 1950 in Rennes, is van 1966 tot 1976 werkzaam als decorbouwer. Hij is één van die vele jonge Bretons die Jean-Claude Fournier met raad en daad terzijde staat. Het zal dan ook niemand verwonderen dat de vader van "Bizu" op vriendelijke wijze wordt gekarikaturiseerd in zijn eerste "Vrij Vel" voor ROBBEDOES in 1973. Blesteau verhuist naar Brussel, waar hij in 1976 zijn eerste gagstrip, "Woefie", creëert en samenwerkt met Studio Peyo. Na wat kleinere klusjes voor de Smurfen, wordt hij op "Steven Sterk" gezet. Eerst maakt hij, bij wijze van proef, een afgerond verhaal, en daarna de zevende aflevering van deze saga over de kleine jongen die zo verschrikkelijk sterk kan zijn als hij niet verkouden is ("De Fetisj", in 1978). In 1982 drijft de heimwee hem terug naar Bretagne. Het universum van het slimme witte hondje "Woefie" heeft zich inmiddels danig uitgebreid. Het speelt de hoofdrol in een aantal lange humoristische avonturenverhalen, die in albumversie bij Dupuis verschijnen. Hoewel Blesteau in wezen scenarist is geworden, stelt de tekenaar Christian Godard hem voor mee te denken over een dreumes waarover hij zelf twintig jaar eerder één enkel verhaal heeft gemaakt voor een special ("De geboorte van Lokje"). Blesteau is er meteen voor gewonnen en ontwikkelt een bolle, vriendelijke tekenstijl om de familie rond de kleine dondersteen tot leven te wekken. Zo ontstaat, eigenlijk een beetje bij toeval, een nieuw stripduo. Het vanaf 1989 verschijnende "Lokje" past geheel in de lijn van de grote Frans-Belgische familiestrips. (c) Dupuis