De auto's in de reeks Lefranc zijn geen doodgewone decorstukken en ze rijden ook niet toevallig voorbij. Ze vormen een rode draad doorheen de albums en zorgen voor ritme in de verhaallijnen. Ze leveren een belangrijke bijdrage aan de sfeer en leiden de lezer naar de geografische herkenningspunten in de verschillende delen van de reeks. Dankzij de getrouwe weergave van de auto's weet de lezer ook op welk moment het verhaal zich afspeelt, en in welk land. Bovendien zijn ze ook typerend voor de personages. De Alfa Romeo Giulietta Sprint Veloce, die Lefranc van een bevriende rallypiloot kocht, is de ideale auto voor de journalist. De hoogdravende Axel Borg verkiest dan weer Rolls-Royce, Bentley en Ferrari.
Het is trouwens ook met zijn auto's dat Jacques Martin zijn eerste bijdragen aan het weekblad Kuifje leverde. In de lent van 1948 stelde hij een autorubriek voor, die uiteinelijk tot 1953 door hem zou worden verzorgd. Maar één ding staat vast, en daar is dit boek het beste bewijs van: de auto was sindsdien nooit meer weg te denken uit zijn oeuvre.
Bevat een niet eerder gepubliceerd verhaal van Roger Seiter en Régric (ingekleurd door Bruno Wesel) : "De route des vins rally"
