In Hobart, Australië, krijgt Kapitein Rob opdracht van de schatrijke industrieel Clark Conway om een verkenningsvaartuig naar Nido des Brujas te slepen. Die haven ligt vlak in de buurt van het Eiland Zonder Naam, een vulkanisch eiland waar het jacht van zijn zoon twee jaar geleden is vergaan. Van dat jacht is sindsdien niets meer vernomen, maar Conway is er rotsvast van overtuigd dat zijn zoon de ramp overleefd heeft. Aangezien het eiland voortdurend in ondoordringbare zwaveldampen is gehuld en daardoor moeilijk bereikbaar is, heeft hij zijn aanzienlijke kapitaal geïnvesteerd in het geheel geautomatiseerde scheepje. Er zijn intussen echter vreemde dingen gaande op het Eiland
De stranding van de Caprice
De 'Bruinvis' is onderweg naar Boston met een zware sleep. Het schip is hard aan een grote onderhoudsbeurt toe en zal enkele maanden in de haven van Boston in het droogdok moeten blijven liggen. Tijdens die onderhoudswerkzaamheden kan er natuurlijk geen geld worden verdiend en dus wendt Kapitein Rob zicht tot zijn oude vriend Frank Bishop, directeur van de Red Ribbon Line om te zien of deze wellicht werk voor hem heeft. Het toeval wil dat deze juist naar Rob op zoek was: hij heeft een flinke klus voor hem die goed betaalt. Buiten medeweten van beide mannen echter, heeft de jongste vennoot van de Red Ribbon Line, Don Davis, heel andere plannen.
